In de winterperiode bestrijden wij gladheid op openbare wegen. Hoe staat in een gladheidbestrijdingsplan. Afhankelijk van de weersomstandigheden bepalen wij de acties op wegen en fietspaden om deze zo goed mogelijk begaanbaar te houden als het glad wordt.

Wat mag u verwachten?

Met de steun van een weerbureau bepalen wij wanneer er wordt gestrooid. Als de omstandigheden het toelaten beginnen we al voordat het glad wordt. Dit kan niet altijd. Als het eerst regent en de wegen gaan daarna bevriezen, kan het strooien pas na de neerslag beginnen. Anders is het zout al weggespoeld als het glad wordt.

Wij hebben zeven strooiwagens. We bestrijden altijd eerst de gladheid op de doorgaande wegen en fietspaden. Dat is een totale lengte van ruim 260 kilometer. Het kan 2,5 a 3 uur duren voordat alle doorgaande wegen (en fietsroutes) zijn gestrooid. 

Daarna worden hellende wegen in Amerongen, Doorn en Leersum gestrooid. Blijft de gladheid langer dan de ochtendspits? Dan strooien we ook in de omgeving van scholen, ouderencomplexen en winkelcentra.

Woonstraten worden niet gestrooid als het maar kort glad is. Dit doen we wel als ijzel langer dan een dag of als sneeuw langer dan twee dagen lijkt te blijven liggen.

Wat kunt u zelf doen?

  • Houd in de winterperiode altijd de weerberichten in de gaten
  • Rijd pas weg als uw autoruiten en spiegels  goed schoon zijn (en voorkom zo mogelijk een bekeuring)
  • Pas uw rijgedrag aan. De kortste weg naar uw bestemming gaat wellicht niet volledig over een gestrooide route
  • Houd het voetpad voor uw woning begaanbaar. Strooi er wat zout op of schuif sneeuw weg naar een plek waar het niet in de weg ligt. Let daarbij op de afwateringsputjes. Dan kan bij dooi het smeltwater naar het riool stromen